Varkenssatéstoof

Varkenssatéstoof

 

Rating: 0 sterren
0 stemmen

Het ontstaan van Indonesische saté gaat terug tot de 19e eeuw, toen Javaanse straatverkopers kleine stukjes vlees aan stokjes begonnen te riigen en deze grilden boven houtskoolvuurtjes. In de loop der tijd is de populariteit van dit gerecht gegroeid en is het een nationaal symbool van de Indonesische keuken geworden. Tegenwoordig wordt saté gemaakt van verschillende soorten vlees, zoals kip, rund, lam en varken, en geserveerd met een pindasaus en vaak vergezeld van rijst, groenten en gebakken uitjes. Dit is de gestoofde versie ervan. En mag ik je een gouden idee geven? Patatje satéstoof.

Ingrediënten

Bereiden

1 kg procureur
zout en peper
1 tl uienpoeder
3 el zonnebloemolie
2 uien, gesnipperd
6 tenen knoflook
10 cm gember, geraspt
2 el sambal oelek
200 g grove pindakaas zonder suiker
100 ml ketjap manis
400 ml kokosmelk (Aroy-D of ander lekker merk), geschud
2 stengels citroengras, gehalveerd in de lengte
gestoomde rijst en gefrituurde uitjes, voor erbij

Slowcooker 6 uur laag.

Snijd de procureur in blokken van 5 cm. Kruid het met zout, peper en het uienpoeder.

Verhit in een wijde hapjespan de zonnebloemolie. Bak op hoog vuur het vlees rondom bruin. Je wilt echt een diep donkerbruine kleur krijigen, dit kan wel 10 minuten duren. Leg het vlees daarna in de slowcooker.

Laat de olie een beetje afkoelen en bak dan de ui, knoflook en gember 5 minuten. Bak de sambal de laatste minuut mee. Giet de pan leeg in de slowcooker.

Meng in een kom de pindakaas los met de ketjap en giet samen met de kokosmelk in de slowcooker. Steek het citroengras erbij

Stel de slowcooker in: 6 uur op laag. Breng de stoof daarna eventueel nog verder op smaak met ketjap.

Serveer de stoof met gestoomde rijst en gefrituurde uitjes.

Dit recept komt uit het boek:

Slowcooker

Bas Robben